Nadat we in 2017 en in 2018 meer dan fraaie trektochten hadden gemaakt in Schotland en we in 2019 het Höllen- en Totes gebirge hadden doorkruist, wilden we in 2020 weer Schotland bezoeken wat door Corona uiteindelijk geen optie was. Ook in 2021 was Schotland geen optie door verschillende maatregelen die maakten dat het tijdtechnisch niet aantrekkelijk was om te gaan.

Het vinden van een alternatief zo laat in het jaar was nog geen sinecure. Ik zal niet alle opties doornemen die om wat voor reden dan ook afvielen maar na lang zoeken hadden we dan een tocht gevonden zonder al teveel obstakels en wel in het Rätikon (Vorarlberg)

Hier vonden we 6 berghutten, zowel aan de Oostenrijkse als aan de Zwitserse zijde van de grens, waarvan de Winterräume toegankelijk waren waarbij aangegeven dient te worden dat we voor de beide Zwitserse hutten ons wel dienden aan te melden in verband met Corona en het maximaal aantal mensen.

CHECKLIST WINTERRAUMTOCHT RÄTIKON

Rugzak :

* Rugzak :  70-90 liter – afhankelijk van hoeveel dagen je onderweg bent en hoeveel “eigen” eten je bij je wilt hebben.

Keukengerei ed. :

* Brander : Kan zowel een gas- als benzinebrander zijn
* Brandstof : zorg voor ruim voldoende hiervan
* Wij hebben alle dagen op gas gekookt en hebben zo’n 600 gram gas verbruikt – water voor koffie / soep overdag namen we mee in een thermosfles !
* Pan :  1,5 liter pan (voor 2 personen)
* Waterfles : Nalgene 1 liter – ook altijd handig als maatbeker
* Thermosfles 0,5 liter
* Bestek, mok en zakmes

Etenslijst 2 personen voor deze tocht :

* 6 maaltijden van Globetrotter  – zie www.globetrotter.nl – avondeten / Gewicht totaal : 2100 gram
* 9 pakjes Hartkeks – Ontbijt / Gewicht totaal 756 gram
* Keuze beleg Hartkeks :  Jam, Appelstroop, Pindakaas – Ontbijt / Gewicht totaal 630 gram
* 6 porties Muesli met melkpoeder – Ontbijt / Gewicht totaal 240 gram
* 9 pakjes Fruitkeks – Tussendoor / Gewicht totaal 855 gram
* 5 Dadelkoeken – Tussendoor / Gewicht totaal 1000 gram
* 75 gram gemengde noten -Tussendoor / Gewicht totaal 525 gram
* Potje Tuinkruiden Bouillon – Tussendoor / ’s avonds / Gewicht totaal 150 gram
* 2 zakjes bolletjes voor in de soep – Tussendoor / ’s avonds / Gewicht totaal 300 gram
* Voor 24 x Koffie en Theezakjes / Gewicht totaal 100 gram
* Totaalgewicht 2 personen voor deze tocht : 6656 gram : 6 / 2 = ±0,55 kg per dag

Schoeisel ed. :

* Wandelschoenen : Bij voorkeur B of BC categorie wandelschoenen met GTX
* Gamaschen : Zeker als je in de lagere regionen van de Alpen onderweg bent heb je veel te maken met struikjes, (nat) gras en vaker modderige omstandigheden. Op deze manier voorkom je water in je schoenen en smerige broekspijpen.

Kleding:

* Donsjas:  voor ’s avonds in het WR of als pauzejas voor onderweg
* Buitenjas: Waterdicht, ademend (GTX, Event) en geschikt om een rugzak op  te dragen. Niet alle jassen kunnen daar tegen.
* Regenbroek : Waterdicht, ademend (GTX, Event of vergelijkbare materialen) Het kan voorkomen dat je de hele dag de broek aan hebt. Bij voorkeur 3-laags en met doorlopende ritsen. Je kunt dan je broek gemakkelijk(er) aantrekken en je kunt ventileren.
* Wandelbroek : sneldrogende materiaal
* Shirts : sneldrogend materiaal (Merinowol of Polyester) – ik heb zelf altijd één met lange mouw en één met korte mouw bij me.
* Onderbroek : sneldrogend materiaal – ik heb zelf 2 boxershorts en één lange onderbroek bij me. Deze laatste is te gebruiken als broek direct onder de regenbroek, als extra isolatie bij koude en/of als pyama broek.
* Tussenlaag : Fleece of 200 grams Merino wollen shirt Lange Mouw – (RAB, Icebreaker, Sprayway)
* Sokken : Gemengd of wollen wandelsokken – 2 paar.
* Muts : ook in de zomer
* Handschoenen : Één paar waterdichte en één paar fleece of vergelijkbare handschoenen.
* Nekgaitor : Buff oa.

Accessoires:

* Slaapzak : Niet alle WR hadden dekens – voor de zekerheid 0 tot -5° comforttemperatuur
* Wandelstokken : voor balans, knieondersteuning en ook praktisch voor het oversteken van bv. beekjes
* Nooddeken
* Fluit : tbv Alpine noodsignaal
* Hoofdlamp en reserve batterijen
* Waterdichte hoezen : je kunt één waterdichte hoes van plusminus 80 liter in je rugzak doen, dan is alles meteen waterdicht verpakt of je pakt je spullen in meerdere waterdicht hoesjes.
* Regenhoes voor rugzak : deze dient goed aan te sluiten. TIP : als de hoes ook om de onderkant van je rugzak gaat sla hier dan een slagring in, mocht er water achter je regenhoes waaien dan kan het weg. Tevens is het raadzaam om er voor te zorgen dat je de hoes op meerdere plekken aan de rugzijde van de rugzak kunt afspannen zodat wind er minder vat op kan krijgen.
* Waterdichte documententas
* 2 – 3 meter Duct tape : voor tijdelijke reparaties
* Topokaarten en wandelgids / routegids
* Kompas
* GPS – optioneel
* Pen en Papier
* Mobiel
* Toiletartikelen
* Toiletpapier
* Fotocamera + waterdichte hoes of tas

De rugzak zoals deze hierboven gevuld is weegt zo tussen de 16-20 kilo. Dit is inclusief 1,5 liter water.

We hadden gelegenheid om voedsel in depot te leggen dus wij  liepen met een kilo of 16.


Wat is precies een Winterraum ?

Een Winterraum kunt u vinden in Alpenverenigingshutten die zomers worden gebruikt voor toeristische doeleinden en die in de winter niet worden beheerd. De hut zelf is dan afgesloten en op het moment van zomersluiting gaat het winterraum dan open. Dit kan een niet afgesloten deel van de hut zijn of een bijgebouw.

In een aantal gevallen zijn ze altijd geopend maar het kan ook zijn dat een WR een AV-slot bevat en je een sleutel moet regelen.  Zelfverzorgers kunnen in deze tijd van het jaar dus onderweg zijn en overnachten in een winterraum. Meestal zijn er bedden met dekens, vaak een houtkachel, gasfornuis of een electrische kookplaat met borden, zonnelicht, enz. Het overnachtingsbedrag wordt ofwel contant in de huttenkassa (trustkassa) gestort of naar de sectie (eigenaar van de hut) overgemaakt. De meeste DAV / ÖAV / NF hutten in de Alpen hebben een winterraum.

Note: dit jaar viel de stroom uit in de Lindauer Hütte. Geen stroom – koken niet mogelijk. Een brander meenemen is geen overbodige luxe.

Note: stuur altijd even een mailtje van tevoren of een winterraum inderdaad ook open is zoals aangegeven op bv. een website. Om verschillende redenen kunnen deze niet open zijn zoals een verbouwing ed.


 De Heenreis

We hadden besloten met de auto richting Tschagguns te gaan. We hadden simpelweg geen zin om de gehele trein- en busreis met een mondkapje op te zitten. Natuurlijk snapten we de noodzaak maar met z’n 2en in de auto voelde toch net wat gemakkelijker.

We reden via Keulen, Frankfurt, Stuttgart en Ulm in de richting van Feldkirch vanwaar we naar Bludenz moesten om uiteindelijk in Tschagguns de weg omhoog te vinden in de richting van Latschau. We parkeerden de auto op de Wanderparkplatz Latschau. Hier dien je te betalen met opties voor een verschillend aantal dagen.


1. Latschau 992 mtr  –  Gauertalhaus 1250 mtr 
(258 Hm – 1 uur)

Omdat we tegen 17.00 aankwamen in Latschau wilden we niet direct naar de Lindauer Hütte lopen maar eerst een nacht doorbrengen in het Gauertalhaus op 1250 mtr hoogte. Dit is een sfeervolle, bio-gecertificeerd Naturfreundehaus in “oude stijl”. De weg door het Gauertal naar de hut verloopt over asfalt en op het moment dat je in de richting van het einde van het dal loopt door de almweiden krijg je een eerste blik op de stijle pieken van het Rätikon.
We hadden gereserveerd (halfpension) en werden vriendelijk ontvangen door de Hüttenwirt en kregen vrijwel direct onze kamer toegewezen. Even later konden we genieten van een werkelijk heerlijke avondmaaltijd waarvan we meer dan vol zaten.  De autoreis naar Oostenrijk was uiteindelijk best vermoeiend en we kropen dan ook redelijk op tijd in bed.


2. Gauertalhaus 1250 mtr – Lindauer Hütte 1744 mtr
2a.Lindauer Hütte 1744 mtr – Geisspitze 2234 mtr – Lindauer Hütte 1744 mtr

(1360 Hm – 5,5 uur)

Omdat het maar een relatief kleine afstand was naar de Lindauer Hütte hoefden we niet voor dag en dauw op te staan. We werden die ochtend aangenaam verrast door het meer dan uitbundige ontbijt wat ons ten deel viel. We namen dan ook uitgebreid de tijd om hier van te genieten. Maar goed…uiteindelijk was het toch zaak om naar de Lindauer Hütte te gaan mede omdat we ook nog plan waren om de Geisspitze te bewandelen. Zoals we gewend waren was het weer eens mooi weer. Iets waar we meestal mazzel mee hebben….afkloppen.


Het uitgebreide ontbijt in het Gauertalhaus

De eerste meters of liever gezegd de gehele weg naar de Lindauer Hütte vielen mij de 19 kilo in de rugzak niet mee. Wellicht logisch omdat je dit ook niet dagelijks doet maar toch. De 19 kilo had er mee te maken dat naast de basisuitrusting daar ook nog voor 10 dagen voedsel en brandstof in zaten. Gelukkig hadden we besloten om een soort van 8tje te gaan lopen  zodat we een deel van het voedsel en brandstof achter ons konden laten in de Lindauer Hütte.


De Lindauer Hütte met Drei Türme

We moesten eerst nog even wandelen over een brede weg door het Gauertal maar al snel liepen we het bos in over gravel- en bospaden. De ongekende koene torens zoals de Sulzfluh, Drusenfluh en de Drei-Türmen met Sporeplatte kwamen langzaam dichterbij. Ik denk dat er in de Oost-Alpen niet veel mooiere Talschlussen (er is geen mooi Nederlands woord voor) zijn.

Na een kleine 1.5 uur kwamen we aan bij de hut. Het winterräum werd duidelijk aangegeven. Het is een modern WR met zo’n 20 slaapplaatsen en 6 zitplaatsen. Deze verhouding is een beetje scheef maar dit heeft te maken met het feit dat het slaapgedeelte in de zomer als lager wordt gebruikt. Het zitgedeelte is tevens de keuken met 4 keramische kookplaten, wasbak met kraan, bestek ed. In dit WR is ook stroom (tegen betaling) en dus evt. opladen van telefoons ed. is mogelijk

Je komt binnen in het halletje waar je ook het toilet vindt. Ook is er tegen betaling bier en frisdrank te krijgen. Alles met de gedachte dat je dit ook doet. Geldt ook voor het betalen van de overnachting.


Het Winterraum

Nadat we ons geïnstalleerd hadden pakten we de nodige zaken in voor de bewandeling van de Geißspitze. De Geißspitze is zeg maar de huisberg van de Lindauer Hütte. Vanuit de berghut is het zo’n 1,5 – 2 uur naar de prachtige panoramatop. De route loopt over de Geißspitzsteig. Een klassieke zig-zag route. Vanaf de top hadden we een prachtig uitzicht over het Gauertal naar de Sulzfluh, naar de Drei Türme en naar Drusenfluh.


Eduard met een werelds uitzicht

Verder naar het westen zagen we de Schesaplana en de Zimba. In het noordoosten keken we uit over het Lechquellengebirge met de Rote Wand en de Spuller Schafberg en verder in het oosten vingen we een glimps op van de Silvretta.
De wandeling nam zo’n 2 uur in beslag en ondanks de aanwezige (lichte) bewolking een niet te missen onderneming. We wilden niet op dezelfde weg terug en op de kaart vonden we een stippellijntje wat aangaf dat hier een wat minder zichtbaar pad naar beneden te vinden zou moeten zijn. Dit was ook zo, alhoewel deze soms verloren ging en we zelf de verbindingen moesten zoeken naar beneden.


De Schesaplana 2965 mtr (hoogste verheffing Rätikon) in de verte

Toen we weer bij de hut waren konden we gerust zeggen dat het een eerste goed bestede dag was geweest. Mooi WR en een mooie inlooptocht waarbij we de nodige hoogtemeters konden maken.


Afdaling van de Geisspitze richting Lindauer Hütte

Die avond mochten we ons weer eens bezondigen aan een maaltijd van GLOBETROTTER en wel de maaltijd Zevenmijlslaars – een quinoa maaltijd die zo’n 1100 kcal bevat en te bereiden valt met één pan. Dionni van GLOBETROTTER heeft wat dat betreft 3 gedachten bij zijn hoofdmaaltijden ; Het moet smakelijk zijn. voldoende calorieën bevatten en je moet er vol van zijn, letterlijk en figuurlijk. En eerlijk is eerlijk: dat lukt altijd.


3. Lindauer Hütte 1740 mtr -Schwarzhornsattel 2156 mtr –  Tilisunahütte 2211 mtr
(700 Hm – 5 uur)

Na een goede nachtrust (de matrassen zijn uitzonderlijk goed) en een ontbijt bestaande uit 6 Hartkeks met bramenjam en uiteraard een kop koffie (Eduard prefereert muesli met melk en keks met appelstroop of pindakaas…waarvan akte) gingen we op weg naar de Tilisunahütte. Niet via de kortste route omdat deze slechts 3,5 uur zou duren. We wilden graag wat langer onderweg zijn en daarom besloten we om via de Alm “Auf dem Tobel” naar de Tilisunahütte te wandelen. Het weer was niet slecht maar de bewolking waaruit wat spetters regen en soms een sneeuwvlokje viel was laag en verdekte de toppen. Ook dit weer heeft zijn mooie kanten en rond half 10 vertrokken we in de richting van de Schwarze scharte.

We daalden in klein stukje af door het Porzalengawald in de richting van de scharte. Al snel liepen we onder steile rotswanden door in de richting van de Bilkengrat. Deze volgende we een tijdje en op een gegeven moment zagen we iets zwarts. Het leek in 1e instantie een roofvogel maar door zijn houding dacht ik te maken te hebben met een Auerhoen – en dit was ook zo.


Thema : Geziene dieren gedurende deze tocht in het Rätikon : Auerhoen, Vos, Gems & Sneeuwhoen

* Op navraag later hoorden we dat de Auerhoen in geringe aantallen voorkomt in de Alpen. Redenen hiervoor zijn de jacht, versnippering van de leefgebieden, bosbouw, wegenbouw en het opvliegen tegen hekken. Een andere belangrijke bedreiging is de neerslag van stikstof, wat hun leefgebied aantast en voedselaanbod voor de kuikens vermindert 


Flankwandeling in de richting van de Tobelalpe

Halverwege de Bilkengraat gingen we linksaf (noordwaarts) en vervolgden we de weg in de flanken van de Schwarzhorn. Het pad golfde op en neer en we bereikten uiteindelijk de alm “Auf dem Tobel” op 1850 mtr. Hier ging de wandeltocht weer zuidwaarts en wandelden we in de richting van het Schwarzhornsattel. Op de weg hier naar toe passeerden we de idyllische Tobelsee op 2048 mtr. Hier besloten we om een pauze te nemen en te zorgen dat onze energievoorraad weer op peil kwam.


De Tobelsee met ijs op 2084 meter

Na een eetpauze met soep en bolletjes, dadelkoek en fruikeks lieten we het meertje achter ons  toe we we een kudde Gemsen zagen. Alhoewel dit een vertrouwd gezicht begint te worden blijven het mooie dieren om te mogen aanschouwen. Het pad ging gestaag omhoog richting het zadel en was op sommige plekken behoorlijk verijst. Hier was het oppassen geblazen aangezien de berg steil afviel.


Het Schwarzhornsattel 2156 mtr.

Zonder kleerscheuren kwamen we aan de oostkant van de Schwarzhorn en we vervolgden onze route op weg naar de Tilisunahütte in een schitterend ruig dal en dit gevoel werd verstrekt door de lichte regen en laaghangende bewolking. Er overviel ons een soort van “Schots” gevoel.
Vanaf het zadel ging het met de hoogtelijnen mee in de richting van de hut. Voordat we de hut echter in het zicht kregen zagen we eerst de materiaalbaan en vervolgens de Tilisunasee. Het pad werd tamelijk glad gedurende dit laatste deel van de wandeling. De ondergrond in dit gebied in de wat vlakkere delen is bij tijd en wijle klei-achtig. Dit verstopt het profiel van de schoenen en de grip is dan vrijwel nul. Zeker als het erg nat is kan dit best wel lastig worden.

Het Winterraum van de Tilisuna is ruim opgezet met zo’n 15 slaapplaatsen verdeelt over 2 kamers. De woonkamer en keuken is behoorlijk ruim voorzien van 2 infrarood panelen die aangename warmte afgeven. Het koken dient te gebeuren op warmteplaten dus geen houtkachel /oven meer. Ook in dit WR waren met ’s avonds met zijn 2en.


Overzicht van het Winterraum van de Tilisunahutte

Uiteraard zal onze diner ook deze avond bestaan uit een Globetrotter maaltijd (nee, wij worden niet gesponsord door Dionni maar het zijn gewoon lekkere maaltijden) Ditmaal verheugden we ons op de Globo-Vego, een veganistische variant van de traditioneel Indonesische Gado gado. Deze hadden we al eens eerder meegenomen en beviel ons destijds zeer goed.


4. Tilisunahütte 2211 mtr – Sulzfluh 2817 mtr – Carschina Hütte 2236 mtr
( 800 Hm – 5,5 uur)

Na een redelijke nacht werden we ’s morgens verrast door een vos, althans Eduard. Hij wilde een foto maken van de omgeving, kijkt uit het raam en ziet tot zijn verbazing een vos bij de hut. Op deze hoogte en in deze tijd van het jaar verwacht je dit dier hier zeker niet.

Ook een aangename verrassing was het weer. Een stralend blauwe lucht viel ons ten deel deze morgen. Dit weer zou ons de komende dagen begeleiden.


Het Balkon van de Tilisunahütte met het mooiste weer van de wereld

Deze dag hadden we ook weer een extraatje gepland om de tocht te verlengen. Je kunt namelijk vrij snel naar de Carschina Hütte lopen maar dit was niet de bedoeling. Het was de bedoeling om de Sulzfluh 2817 mtr mee te nemen op weg naar de Carschina.

Vanaf de hut gingen we Westwaarts en liepen via een goed maar lemig pad in de richting van de verkarste platen in de verte. Deze leken door de zon wel op een gletscher.


Op weg naar het kartsplateau en de Sulzfluh

Hoog op de flank liep een kudde gemsen waarvan de jongen met elkaar aan het spelen waren. We bereikten het verkarste plateau waar de weg te volgen was via een groot aantal steenmannetjes. De top was al van verre zichtbaar met ogenschijnlijk een enorm groot kruis op de top. We zagen al wat beweging op de top van medewandelaars.


De top van de Sulzfluh was van verre al zichtbaar

Het was prettig lopen over het plateau en al spoedig bereikten we een wegwijzer die het punt aangaf waar we heen moesten naar de Carshinahütte. We besloten om hier onze rugzakken achter te laten en alleen het hoognodige naar de top mee te nemen.


We naderen het punt om de ruzak achter te laten

De weg omhoog verliep over de graat (rechts op de foto) en door opgevroren sneeuw was het nog wel even oppassen geblazen. Een schuiver zou hier niet zonder gevolgen blijven. Gelukkig bereikten we zonder problemen de top waar inderdaad een serieus groot kruis op stond.


De top in het zicht

Op de top bevonden zich een 6-tal mensen (en 2 honden). Vier van hen hadden via de Sulzfluh-klettersteig de top bereikt. “Bergeinsamkeit” is altijd gewenst maar het is toch altijd handig dat er mensen in de buurt zijn in het geval van een TOP-foto.


De Sulzfluh 2817 mtr

Het uitzicht was werkelijk magnifiek. Het is moeilijk in te schatten hoever we konden kijken maar het zicht reikte in ieder geval van de Noordelijke Kalkalpen en de Ötztaler Alpen in het noorden en oosten tot het Ortlermassief en de Bernina in het zuidoosten en zuiden. In het westen waren de Glarner Alpen duidelijk te herkennen. Dus zo’n 65 tot 70 kilometer konden we rond om ons heen kijken.


Het uitzicht vanaf De Sulzfluh was fenomenaal

Maar goed, zoals altijd diende de terugweg aanvaard te worden en allereerst moesten we terug naar onze rugzakken. Vanaf hier gingen we richting het oosten naar het “Gemschtobel”. Het was even zoeken naar het juiste pad want  er waren er meerdere die uiteindelijk wel allemaal bij elkaar uit kwamen.


Het Gemschtobel

Het was een “vervelende” afdaling met veel losse keien die net te groot waren om daar in te kunnen “glijden”. Aan het einde moesten we naar rechts en het hoogst gelegen pad aanhouden kort onder de Sulzfluh langs in westelijke richting. Met hoogtelijnen mee liepen we tussen rotspartijen afgewisseld met groen in de richting van de Carschina Hütte.


Thema : Bloemen al dan niet uigebloeid nog in volle pracht aanwezig

Langzaam maar zeker kwam de hut dichterbij en tegen 16.15 konden we de deur openen van het winterraum. Een compacte ruimte waar keuken, kamer en slaapkamer één geheel vormen. Hier geen infrarood panelen maar een “ouderwetse” houtoven. Verder een kast waar je wat eenvoudige snacks en frisdrank kon kopen. Dit was veruit de “duurste” hut met € 28,- pp. Vergelijk je dit met de beide vorige Oostenrijkse hutten die € 12,- pp kosten enigszins prijzig maar goed Zwitserland is gewoon duurder – we waren blij met een goede verblijfplaats.


De Carschina Hütte met de entree tot het Winterraum

De maaltijd voor deze avond was Tamil Krootjes, een vegetarische rijst / rode bieten maaltijd. Ook weer een uitstekend smakelijke hoofdmaaltijd. Het eten gedurende deze (en als onze tochten) zijn vegetarisch / veganistisch. Eduard is vegetarier en ik heb geen problemen mij daarop aan te passen. Het moge duidelijk zijn dat ikzelf geen vegetarier ben.


De zon gaat blijkbaar onder in het westen

Het mooie weer van deze dag beloofde ook een mooie avond en we werden niet teleurgesteld. De temperatuur daalde wel sterk en we zijn uiteindelijk niet al te lang buiten gebleven.


5. Carschina Hütte 2236 mtr – Overschrijding Schafberg 2456 mtr – Chuenihorn 2412 mtr – Carschinahütte
5a. Carshinahütte 2236mtr –  Drusentor 2343 mtr – Lindauer Hütte 1744 mtr
(580 mtr – 6,5 uur)

Voordat we vandaag in de richting van de Lindauer Hütte zouden gaan wilden we eerst nog de Chuenihorn bewandelen. De bedoeling om was onderlangs richting de Carschinasee te lopen en vandaar uit de top bestijgen. Ik stelde voor om vanaf de Schafberg die pal voor de hut ligt over de verbindende graat naar de Chuenihorn te wandelen en dan via het meertje terug naar de hut. Hoefde je niet heen en terug te lopen.

Zo gezegd, zo gedaan.


Ochtendgloren bij de Carschina Hütte

Na het ontbijt buiten te hebben genuttigd vertrokken we rond half 10 in de richting van de Schafberg 2456 mtr. De eerste top die we als Schafberg aanzagen was slechts een schaduwtop, de echte top was toch wel een eindje verder. Maar al snel bereiken we het hoogste punt en kunnen we het verloop van de route duidelijk in ogenschouw nemen.


Boven : de Schafberg : de graat links gaat naar de Chuenihorn – gezien vanaf de Sulzfluh


Thema : De graatoverschrijding in een notedop

Het was op zich geen zware wandeling maar op sommige stukken toch enigszins geëxponeerd. Hier viel de graat links en rechts steil af. De zon maakte dat het best wel warm was en gedurende het lopen was een dun shirt meer dan voldoende. We spraken onderweg 2 Zwitserse wandelaarsters en we vroegen nog even naar de weersvooruitzichten. Er was sprake van Föhn die in ieder geval nog een aantal dagen aanhield maar die inderdaad voor slechter weer zou gaan zorgen…….

* Bij de zuid-föhn (Südföhn) vindt de opstuwing aan de zuidkant van de Alpen plaats. Daar wordt deze situatie daarom ook wel Südstau (zuidelijke stuwing) genoemd. De van het zuiden aanstromende vochtige Middellandse Zeelucht stijgt tegen de zuidhellingen van de Alpenhoofdkam en koelt af. Door de permanente aanvoer van vochtige lucht verdicht de bewolking en gaat het regenen. Ten zuiden van de Alpenkam heerst zeer slecht weer met langdurige regen. Aan de stuwingszijde en rond de bergkammen heerst er vaak een stormachtige, koude wind. Aan de noordkant van de Alpenkam lost de dalende bewolking snel op, ontstaat een warme valwind, en kan men tegen de bergkammen een markante wolkenrand waarnemen, de föhnmuur (Duits: Föhnmauer). De dalende lucht ten noorden van de Alpenkam wordt daarbij warmer en droger. De temperatuur aan de noordzijde van de Alpen kan hierdoor soms wel 10 tot 20 °C hoger zijn dan aan de zuidkant van de Alpen. Dit wordt veroorzaakt doordat de opstijgende vochtige lucht minder snel afkoelt dan de dalende droge lucht opwarmt. Door de föhnwind wordt de bewolking boven de Vooralpen en aan de voet van de bergen opgelost en ontstaat zeer droge en heldere lucht. Zo ontstaat een wolkenloos gebied, een zogenaamd föhnvenster (Föhnloch). In de bergdalen worden soms windstoten van meer dan 120 km/h gemeten en op de bergtoppen komen zelfs windsnelheden boven 150 km/h voor. Sterke zuid-föhnsituaties ontstaan vooral bij een uit het westen naderend koufront. De omslag van föhnwind naar de koufrontpassage kan zeer abrupt zijn. Een föhnsituatie treedt vooral op in het voor- en najaar. Bij föhn zie je vaak karakteristieke lensvormige föhnwolken (altocumulus lenticularis), die op grote hoogte ontstaan in de zuidelijke luchtstroming aan de lijzijde van de bergen. Deze wolken worden door hun karakteristieke vorm ‘viswolken’ genoemd (Duits: Föhnfische). De wolken blijven als het ware op hun plaats hangen en zitten ‘vastgeplakt’ aan de stroomopwaarts gelegen bergketen. Ze ontstaan doordat de lucht bij het passeren van een bergketen in een golfbeweging raakt. In de stijgende delen van de golf groeien de wolken aan en in de dalende gebieden lossen de wolken weer op. Een aantal uur voor het invallen van de föhn ziet men soms boven de bergdalen al föhnvissen ontstaan.


Thema :  Wandelen maakt een mens creatief en in balans 

Vanaf de Chuenihorn viel ons de enorme hoeveelheden lawinebeschermingsmaatregelen op. Zeker als je er zo kort op staat zijn dit indrukwekkende bouwwerken. Ik kan niet zeggen dat het misplaatst is vanwege de beschermende werking voor de mensen in het dal maar fraai is het zeker niet. De afdaling liep tussen de bouwwerken door naar de voet van berg en vervolgens met een bocht naar links onderlangs de graat terug naar de hut.


Op weg naar het Drusentor 2343 mtr

Ook dit pad was weer drassig met de typische leemachtige bodem die plakt aan je schoenen. Na een kleine pauze en nadat we al onze spullen ingepakt hadden die nog in de hut lagen maakten we ons op om in de richting van het Drusentor (2343 mtr) te gaan. Een gemakkelijk zig-zag pad maakte dat we al snel de overgang tussen AU en CH bereikten.  Het doel vandaag was de Lindauer Hütte. Daar konden we dan weer wat voorraden tot ons nemen die we daar hadden achter gelaten.


Het Drusentor – gezien van de Oostenrijkse kant 

We hadden in de Zwitserse hutten ontvangst zodat we het weerbericht voor de komende dagen konden bekijken. Helaas was het vooruitzicht dat er in het begin van de 2e week een koudefront aankwam met aanzienlijke sneeuwval. We besloten om een aanpassing te doen in onze route en de Pfälzer Hütte, gelegen in Liechtenstein, te laten voor wat het was.


De Alpensneeuwhoen

De afdaling naar de Lindauer Hütte was niet moeilijk alhoewel er in het bovenste deel wat verijsing te vinden was. Op een gegeven moment zie ik mijn ooghoeken wat bewegen en het bleek een sneeuwhoen te zijn die aan het wisselen was met zijn vacht. Alhoewel deze diertjes algemeen voorkomen had ik ze zo nog nooit gezien. Opmerkelijk was hoe rustig hij/zij bleef. We hadden dan ook ruim gelegenheid om een mooie foto te maken. Zo’n 2 uur later waren we dan ook weer in het WR van de hut. Ditmaal deelden we de hut met een vader en dochter.

6. Lindauer Hütte 1744 mtr – Schweizer Tor 2137 mtr – Schesaplanahaus 1908 mtr
( 929 Hm – 6,5 uur)

De tocht van vandaag was de langste tocht zowel wat betreft afstand als tijd. Er waren meerdere opties om opnieuw de grens te overschrijden en wij kozen voor het Schweizer Tor. Dit was geen moeilijke optie aldus de Oostenrijker die gisteren overnachtte in de hut. Het weer was nog steeds mooi maar wel veel meer wind. Een indicatie voor een aankomende weersverandering.


Het “Schweizer Tor” 

Doordat de doorgang als een trechter werkte waaide het hier serieus hard en maakte het verrekte koud. Aanvankelijk was de afdaling niet echt lastig. Één kabel en een trap maakte het gemakkelijk. Echter, even verderop werd het allemaal toch wat serieuzer. Geen afdaling voor mensen die last van hoogtevrees hebben.


De Ladder in het begin van de afdaling

Het is weliswaar geen klettersteig – de kettingen die hier aangebracht waren vallen onder de noemer “steighilfen” – maar het werd hier tamelijk smal en een aantal stappen dienden we te balanceren op aangebrachte traptredes. Vervolgens hingen we een paar keer in de kettingen in een loodrechte wand die toch een geschatte 50 meter hoog was. De rugzak van een kilo of 16 maakte het toch wel extra lastig en door de felle wind was het lastig om in balans te blijven. Er was absoluut geen ruimte voor het maken van fouten.


Enkele van de lastige passages in de afdaling van het Schweizer Tor 

Na deze afdaling volgde nog een kort maar vervelend stukje door grof geröll totdat we het gewone pad weer konden vervolgen in de richting van het Gafalljoch 2239 mtr. Hier hadden we zicht op de Lünersee en de Douglasshütte. Wat we al eerder zagen maar nu steeds meer vorm kregen waren de lensvormige wolken die samenhingen met de Föhn. Dit was al een bijzonder gezicht en later op de avond zou het alleen nog maar mooier worden.


Karakteristieke föhnwolken (altocumulus lenticularis) begeleiden ons vrijwel de gehele dag

Vanaf het joch was het met recht een Höhenweg die ons voerde in de richting van het Schesaplanahaus. Op een gegeven moment stuiten we op de afslag van de volgende dag richting de Gamslücken – de overgang naar de Totalphütte en de Schesaplana.

We bleven de berg telkens omronden en bij elke bocht verwachtten we de hut te zien maar dat duurde toch nog vrij lang. Onderweg kruisten we een aantal grote puinhellingen met enorme geulen. Deze zullen veroorzaakt zijn door smeltwater in het voorjaar of door zware regelval waarbij veel water op één punt van de berg afkomt.

Uiteindelijk zagen we hut in de verte in het groen liggen.


Het Schesaplanahaus 1908 mtr

Met de vele deuren die er waren was het even zoeken naar het Winterraum maar uiteindelijk stond het boven de deur geschreven waar we moesten zijn. Deze Zwitserse hut (evenals de Carschina) moesten we vanwege Corona reserveren. Dit hield in dat slechts een groep – of dit dan 2 of 6 personen waren – tegelijk in de hut kon overnachten. Eduard had het voor beide hutten geregeld en Petra van het Schesaplanahaus had ons zelfs voor 3 nachten geboekt waarvan we er 2 hoefden te betalen.


De entree tot het WR van het Schesaplanahaus

Een dubbele deur waarvan de linker ook nog eens in tweeën te openen was gaf toegang tot de slaapzaal met 4 stapelbedden. Links was de deur naar de keuken/kamer. Deze bevatte een houtoven met hout dat binnen lag en dus goed droog was. Altijd gemakkelijk.


Het Winterraum van het Schesaplanahaus

Het was uit de wind nog zo lekker buiten dat we eerst maar even wat gingen eten na deze toch wel lange wandeldag. Wat er dan altijd ingaat is bouillon met bolletjes. Daarnaast eten we dan meestal ook datgene op wat er over gebleven is van wat we overdag bij ons hadden als lunch : de fruitkeks, noten en de resten van de dadelkoek.


Bouillon met bolletjes en “leftovers”

Omdat de zon achter de bergen verdween koelde het toch vlot af en besloot ik de kachel maar eens aan te maken. Eduard bleef nog even buiten om zijn altijd weer mooie foto’s te maken. Toen de kachel eenmaal goed aan de gang was ging ik ook maar even buiten kijken en het schouwspel wat zich daar onttrok zal ons nog lang blijven heugen. De lenswolken werden van “onderen” beschenen door de ondergaande zon en het was feeëriek wat zich hier voltrok. Een schitterend kleurenschouwspel waar we een groot aantal foto’s van hebben maar deze zullen we hier niet allemaal laten zien


Het was een fraaie afsluiting van een mooie wandeldag


7. Schesaplanahütte 1908 mtr –  Gamslücken 2383 mtr – Totalphütte 2365 mtr –  Lindauer Hütte 1744 mtr
(940 Hm –  7 uur)

Na een zeer goede nachtrust – alle matrassen tijdens deze tocht waren van een uitstekende kwaliteit – was het oorspronkelijk de bedoeling om naar de Pfälzer Hütte te gaan maar zoals eerder aangegeven was deze optie komen te vervallen vanwege de te verwachten weersverslechtering. Het plan was nu om naar de Totalphütte te lopen via de Gamslücken – ook een overgang met “steighilfen” en tegen de middag dan meteen de Schesaplana mee te nemen. Vervolgens overnachten en de volgende dag naar de Lindauer Hütte te gaan alwaar onze tocht zou eindigen. Het liep anders.

Het weer was ’s morgens al duidelijk minder dan de dag ervoor: kouder en veel winderiger. Vanaf de afslag ging het eerst in een zig-zag omhoog en allengs werd het smaller en zagen we de kettingen tevoorschijn komen. De wind nam nu serieuze vormen en en we hadden soms moeite om overeind te blijven.


De kettingen waren absoluut welkom, zeker i.v.m. de sterke wind 

Eenmaal in de scharte was het bijna niet mogelijk om te blijven staan of te communiceren. We daalden een stukje af om uit de wind te komen en om even wat te drinken en te eten. De vingers werden al een beetje gevoelloos. De zg. chill-factor deed zijn intrede. We konden de hut al zien liggen, deze was nog maar 25 minuten lopen. De Schesaplanatop hadden we voor deze dag al uit ons hoofd gezet. Deze lag nog 600 meter hoger en daar zou de wind zich nog veel meer doen gelden.


In de “Gamslücken” was loslaten geen optie

We besloten om eerst maar eens bij de hut te komen. Het relatief korte stuk naar de hut was door de enorme windstoten ronduit gevaarlijk. We werden bij tijd en wijle letterlijk omver geblazen. Op sommige smalle stukken moesten we wachten op een rustiger moment om over te kunnen steken. Blij dat we uiteindelijk bij het winterraum waren gingen we even naar binnen om uit de wind en de kou te komen. Een mooi winterraum met als het goed is 11 bedden en zo’n 6 zitplaatsen.


De winderige weg naar de Totalphütte met links daarvan het WR

Het was 13.00 uur en de Schesaplana was deze dag geen optie meer. Eduard had eigenlijk geen zin om uren te gaan wachten en dan morgen de top te bestijgen en na overleg besloten we dan ook dat we door zouden lopen naar de Lindauer Hütte.

Vanaf de Totalphütte moesten we eerst naar de Lünersee afdalen, deze aan de zuidzijde omronden en vervolgens onderlangs de Kirchlspitzen te lopen om in het Verajoch 2330 mtr te komen. Vanaf het Verajoch daalden we weer in af naar het Schweizer Tor en daarna weer omhoog naar de Öfapass. Hier ging het vervolgens naar beneden naar opnieuw de Lindauer Hütte. ‘S avonds waren we met zijn 6en. Het was dan ook gezellig vol.


Vanaf het Verajoch blik op het Schweizer Tor (rechts-verdekt) en de Öfapass (links)

Hiermee was de eigenlijke tocht dan ook voorbij. Helaas korter dan gepland omdat het weer slechter zou worden en achteraf bekeken was het ook een goede keuze. In de dagen nadat wij weer thuis waren is er een grote hoeveelheid sneeuw gevallen. We kunnen constateren dat we weer behoorlijk geluk hebben gehad met het moment van het plannen van deze tocht. Dat we zo laat onderweg waren had te maken met de eerdere keuze om naar Schotland te gaan. Wij gaan dan altijd na de 22e oktober omdat dan het jachtseizoen eindigt in Schotland. We hadden de vrije dagen dus al vastliggen.


We hopen dat u genoten heeft van dit relaas over onze tocht door het Rätikon.
Mocht u iets willen weten of een reactie willen geven op dit verslag dan kunt u dit doen via
Contact 


Met vriendelijke groeten,

   Eduard Camping  & René Timmermans